Scheidsrechter Tekens
Hajime. Begin of hervat wedstrijd |
Matte. Tijdelijke stop van de wedstrijd waarbij de judoka's elkaar loslaten |
Kachi. Winnaar. |
Sore-Made. Einde van de westrijd. |
Judo tidy. Kleding in orde maken. |
Toketa. Houdgreep verbroken |
Ongeldige actie. |
Shido. Kleine straf |
Passiviteit. Te weinig aanvallen. |
Ippon = 10 punten. De de hoogste score bij het judo. Deze score betekent het einde van de wedstrijd. Een judoka kan op de volgende manieren een ippon scoren: Wanneer de tegenstander met snelheid, kracht en gecontroleerd op de rug wordt geworpen. Wanneer de tegenstander 20 seconden in een houdgreep wordt vastgehouden. Wanneer de tegenstander aftikt na aanzetten van een armklem of verwurging. Wanneer de tegenstander een directe hansokomake (straf) of oplopende straffen heeft gekregen. |
Waza-ari = 7 punten. Bij 2 waza-ari is de wedstrijd afgelopen. Er kan op de volgende manieren een wazari gescoord worden: Wanneer de tegenstander met enige vertraging op de rug wordt geworpen. Wanneer de tegenstander 15-19 seconden in een houdgreep wordt vastgehouden. |
Yuko = 5 punten.Het aantal yuko scores is onbeperkt. Tijdens een wedstrijd kan een judoka 3 yuko's hebben gescoord, heeft zijn tegenstander een wazari gescoord, dan zal deze winnen. De hoogte van de score is belangrijker dan het aantal. Een judoka kan op de volgende manieren een yuko scoren: Wanneer de tegenstander op de zij wordt geworpen. Wanneer de tegenstander 10-14 seconden in een houdgreep wordt vastgehouden. |
Waza-ari-Awasete Ippon. Tweede Waza-ari score. De wedstrijd is afgelopen. |
Osaekomi.Houdgreep (aanvang houdgreeptijd) |